Bonen

     Op een dag ontmoette ik een lieve man en werd verliefd op hem.
     Toen bleek dat we gaan trouwen, gaf ik mijn favoriete eten, bonen op.
     Een paar maanden later, op mijn verjaardag, had ik op weg naar huis pech met mijn auto. Omdat we op het platteland woonden, belde ik mijn man, dat ik later naar huis zal komen. Ik moest namelijk dat hele eind lopen. Onderweg passeerde ik een klein restaurant en de geur van gebakken bonen trok me naar binnen. Ik kon het niet weerstaan.
     Naar huis was het nog een paar mijl lopen, dus ik zei tegen mezelf dat voordat ik thuis was, alle schadelijke gevolgen van de bonen alweer verdwenen zullen zijn.
     Ik liep het restaurant binnen en in een oogwenk, heb ik drie grote porties gebakken bonen opgegeten. Tijdens het lopen naar huis, probeerde ik al het gas dat mijn spijsvertering heeft geproduceerd te laten ontsnappen.
     Toen ik thuis kwam, leek mijn man erg opgewonden om mij te zien
en vertelde me met plezier: "Schat, voor vanavond heb ik een grote verrassing voor je."
     Ik kreeg een blinddoek om en hij leidde me naar een stoel aan de eettafel. Toen ging de telefoon.
     Ik had beloofd niet te kijken en te wachten tot hij terug zal komen. Hij ging ondertussen bellen in een andere kamer.
     De gebakken bonen, die heb ik opgegeten, hadden nog steeds grote
werking op mij darmen en de druk werd ondraaglijk. Mijn man was
nog steeds in de andere kamer, dus ik ging zitten op de rechte helft van
mijn billen en liet een wind. Hij was niet alleen luid maar hij stonk ook als een container vol met stalmest, die net over een skunk (stinkdier) voor een papierfabriek reed. Ik nam het servet van mijn schoot en zwaaide met hem krachtig de lucht in.
     Daarna verschoof ik naar de andere helft van mijn billen en liet drie opeenvolgende kanonschoten. De stank was erger dan bij het koken van kool. Zorgvuldig luisterde ik naar het gesprek dat zich afspeelde in de andere kamer en loosde nog enkele minuten de drukontlasting van mijn spijsvertering.
     Genot was onbeschrijfelijk. Wanneer ik de woorden hoorde die het einde markeerden van het gesprek in de kamer naast me, besefte ik dat dit het einde was van mijn vrijheid. Snel heb ik nog een enkele keer met servet in de lucht gezwaaide en keerde mijn handen terug in mijn schoot. Ik voelde me ontspannen en was tegelijkertijd erg blij met mezelf.
     Mijn gezicht moest een allegorie van onschuld zijn toen mijn man terugkwam en zich verontschuldigde dat telefoontje zo lang heeft geduurd. Hij vroeg of ik niet stiekem heb gekeken. Vol trots vertelde ik hem van niet.
    Nadat hij de doek van mijn ogen weghaalde, begonnen er  twaalf mensen te zingen:
     “Happy Birthday to you ...”
     Ik viel flauw!
 
     Naar Nederlands vertaald Dana Lempersová